Inleiding familie Niehot
Bron: Bram Sonneveld
Inleiding,
verantwoording en werkwijze.
Voor u
ligt het resultaat van een onderzoek naar de familie Ni(e)hot,
uitgevoerd in de periode medio 1990 - 1993. Het onderzoek was voor
mij een vorm van vrijetijdsbesteding waar ik veel genoeglijke
puzzeluren aan beleefd heb. In tegenstelling tot een gewone puzzel
is een genealogie echter nooit af. Toch presenteer ik haar thans,
onder andere omdat een aantal mensen er een "beetje" op
zit te wachten.
Aanleiding.
De
aanleiding tot dit onderzoek was triest. Nadat mijn schoonvader
Hendrik Nicolaas Nihot op 31-10-1989 was overleden, zei mijn vrouw
tegen mij: "Nu zijn er nog maar drie Nihotten over". Zij
doelde daarmee op haar twee nog in leven zijnde zusters en op
haarzelf. Op die opmerking heb ik toen geen acht geslagen, maar
een aantal maanden later kwam e.e.a. weer bovendrijven. Zou dat
waar zijn? Was met mijn schoonvader de familie in mannelijke lijn
uitgestorven?
Niet geheel toevallig bracht ik toen nogal wat tijd door in het
Gemeente Archief van Leiden. Daar sloeg ik een willekeurig
Begraafboek op en las: "Begraven Bolwerk, week 17-24 maart
1671, Kind van Denijs Nihot."
Bronnen
Ik werd toen
"gepakt" door de vele Ni(e)hotten - ook in andere
spellingen, daarover later - die in Leiden gedoopt werden,
trouwden, kinderen kregen en overleden. Kortom: ik besloot de
familie in kaart te brengen. Hoe wist ik nog niet en ook niet
waartoe dit zou kunnen leiden.Alle gegevens die zich in het
Gemeente Archief Leiden bevinden en op de familie Ni(e)hot
betrekking hebben, werden door mij genoteerd. Dit betreffen de
gegevens uit de Doop, Trouwen Begraaf-registers t/m 1811. Vanaf
1811 zijn er de bevolkingsregisters.
Beide soorten gegevens bestrijken de periode ca. 1650 - 1920. Al
die gegevens zijn openbaar en door iedereen te controleren. Met
behulp van genoemde gegevens lukte het mij een enigszins sluitende
stamboom van de Ni(e)hotten over die periode te construeren.
Enigszins. Want er blijven immers altijd personen over die niet te
plaatsen zijn, alhoewel je soms vermoedt waar ze thuishoren. Maar
als je het niet kunt bewijzen, dan mag je ze niet opnemen. Dat is
mijn uitgangspunt geweest.
Werkwijze
In deze
inleiding past nog iets over de werkwijze. Naast bovengenoemde
archiefgegevens zijn nog andere bronnen geraadpleegd. De archieven
zijn -geopend tot ongeveer 1920. Daarna zijn ze om onder andere
privacy redenen gesloten.
Mijn probleem met deze, inmiddels zeer uitgedijde familie, die
bovendien weinig cohesie vertoonde, was: hoe kom ik aan informatie
over de huidige generatie, hun ouders, kinderen, etc?
Ik heb toen via telefoonboeken Ni(e)hotten opgezocht, voornamelijk
in de wat grotere plaatsen. Ik heb velen van hen aangeschreven.
Dat gaf een redelijke respons. Sommigen vonden het leuk en
reageerden spontaan en snel. Anderen reageerden niet.
Verder
Na evaluatie van
deze hedendaagse ronde was het tijd voor de volgende stap. Er
waren nog teveel losse einden, stukjes familie die niet op hun
plaats wilden vallen. Voor deze stap is de navolgende informatie
van belang.
Vanaf 1938 bestaat er van iedereen een persoonskaart. Van iedereen
die na 1938 is overleden kan voor genealogisch onderzoek een
uittreksel van die persoonskaart worden opgevraagd. Dat kost f
3,60 per uittreksel. Sommige gegevens zijn dan van die kaart
verwijderd. Op de kaart staat - indien bekend- vader, moeder,
huwelijk(en), eventuele (stief)kinderen plus de erbij behorende
data vermeld. Deze kaarten geven soms informatie tot diep in de
negentiende eeuw. Halverwege 1992 heb ik alle Ni(e)hot
persoonskaarten opgevraagd. Dat waren er 81. Gegevens uit deze
kaarten hebben ertoe geleid dat veel witte plekken konden worden
opgevuld. Alle persoonskaarten betroffen leden van deze familie
Ni(e)hot. Conclusie: er is Nederland maar één familie Ni(e)hot.
Beide hedendaagse activiteiten leidden er ook persoonlijk kon
worden benaderd.
Veel dank ben ik verschuldigd aan hen die ons zomaar
"vreemde" familieleden uitnodigden.De meeste kontakten
bleven telefonisch, maar waren daarom niet minder hartelijk of
intensief.
De laatste onderzoeksfase heeft veel tijd gekost en gaat nog
steeds door. Veel heb ik in deze aan kinderen en kleinkinderen te
danken, die spontaan ontbrekende gegevens aanvulden.
Dank ook voor het uitlenen van de soms enige foto van ouders of
grootouders. Jammer dat - maar zo gaat het in iedere familie - ook
mensen niet willen reageren, of beter: niet reageren. Zij hebben
er ongetwijfeld hun reden voor.
Tenslotte
Als onderzoeker
in een familie kom je soms ongewild achter zaken, waarvan je
vermoedt dat ze gevoelig liggen. Waar mogelijk heb ik gepoogd
naaste familieleden daarover te informeren en te vragen of die
zaken bekend waren c.q. zijn, binnen het gezin. Ik heb van niemand
een zodanige reactie ontvangen die inhield dat men een en ander
liever niet gepubliceerd zag.
Ik hoop dat u deze genealogie met familiale gevoelens moge lezen
en dat waar er fouten of lacunes zijn aan te wijzen, mij dat wilt
berichten.
Dank
De afgedrukte
familieannonces komen uit de verzameling van het Centraal Bureau
voor Genealogie, waarvoor dank. Mijn dank gaat ook uit naar de
medewerkers van de gemeentearchieven van de volgende gemeenten:
Amsterdam, Beverwijk, Den Haag, Opsterland, Utrecht en Zederik.
Speciale dank aan de Gemeentearchieven van Deventer en Dordrecht.
Zij hebben geholpen op basis van mijn vaak onvolledige gegevens.
Aparte vermelding verdient het Gemeentearchief van Leiden. Het was
en is een genoegen om daar te mogen werken, zoeken en te vragen.
Iemand moet de laatste zijn en dat is mijn achterneef Jan S.
Bontekoe. Hij heeft beide indices, die op familieleden en die op
aanverwanten, willen controleren en corrigeren, waarvoor mijn
dank. Mochten er toch nog fouten in zitten, dan zijn die
vanzelfsprekend voor mijn rekening.
Zoetermeer,
1993.
Bram Sonneveld.
TERUG
© 2004 De Oerknol |