Veel
gestelde vragen
Genealogie
of stamboomonderzoek is de laatste tientallen jaren steeds
populairder geworden. Hoe is dat te verklaren?
Stamreeksen zijn al zo oud als
onze beschaving. Je komt ze al in de Bijbel tegen en in het oude
Egypte. In tal van culturen was het van groot belang om aan te
kunnen tonen tot welke familie je behoorde . Zeker wanneer hieraan
bepaalde rechten konden worden ontleend. De laatste eeuw is men
zich ook gaan verdiepen in de stamboom van de gewone man.
Zogenaamde oude families bestaan eigenlijk helemaal niet. Alle
families zijn even oud ze zijn vaak nog niet uitgezocht of zijn
wat lastiger tot diep in het verleden op te voeren.
De interesse in genealogie bij een breed publiek kon vooral worden
gevoed door meer vrije tijd voor iedereen, een hoger welvaartspeil
en een hoger opleidingsniveau. Hoewel ook veel jongeren in
genealogie geïnteresseerd zijn is het vooral een tijdverdrijf
voor veel vutters en gepensioneerden.
Hoe
begin je een onderzoek naar je voorouders als je nog weinig of
niets weet en helemaal van onderaf moet beginnen?
Allereerst ga je op zoek naar gegevens binnen je eigen familie. Ga
eens praten met oudere familieleden die misschien wat meer weten
van bijvoorbeeld hun ouders en grootouders. In elke familie
bestaan er wel verhalen en zaken uit het familieverleden zoals
trouwboekjes, overlijdensberichten en oude foto's.
Hoe
gaan we verder.
Meestal hoef je niet met jezelf
te beginnen. De geboorteplaats van je grootouders of
overgrootouders en hun volledige namen en geboortedatum is meestal
wel ergens uit bekend. Met dit gegeven kun je naar het archief om
een begin van je familiegeschiedenis te maken.
Heb je deze gegevens niet voorhanden en was de persoon die je
zoekt een in Nederland wonend persoon die na 1938 is overleden.
Vraag dan bij het Centraal Bureau voor Genealogie de persoonskaart
op. Hierop staan tal van gegevens zoals de ouders, het huwelijk,
beroep enz. van de gezochte persoon waarmee je verder kunt. Heb je
gemakshalve een plaats en een geboortedatum voor ca 1920 dan is
het tijd om naar het archief te gaan.
Een
archief, kun je daar zomaar naar binnen?
Ja vrijwel alle gegevens van voor ca.
1920 die voor stamboomonderzoek interessant zijn , zijn openbaar
en kunnen gratis worden ingezien tijdens openingsuren.
Dus
ik kan binnenlopen en even mijn stamboom opvragen?
Helaas zo simpel is het niet.
Het echte werk moet nog beginnen. Je zult al heel snel ervaren dat
je het niet even in een verloren vrijdagmiddag kan afronden. Al
naar gelang hoe je je onderzoek wilt indelen en of je echt
door de hobby gegrepen zal worden merk je al snel dat een
dergelijk onderzoek eigenlijk nooit af is en dat er vaak honderden
uren onderzoek nodig zijn om je enigszins een beeld te
vormen van je voorgeslacht. Een echte fanaat is nooit klaar en zal
als hem of haar de tijd gegund is soms tientallen jaren bezig
zijn.
Hoe
begin je zoiets als je je beseft dat er vele kilometers archief
bestaan, verspreid over het hele land en soms daarbuiten?
Je begint met het
doorwerken van de periode van de Burgerlijke Stand. De Burgerlijke
Stand is de verzameling van geboorte- huwelijks - en
overlijdensakten. Je gaat eerst naar de Gemeente waar je moet gaan
zoeken of waar die gegevens zich bevinden. De Burgerlijke Stand
van de kleinere gemeenten berusten vaak op het Rijksarchief,
waarvan elke provincie er een heeft. De grotere steden zoals
bijvoorbeeld Dordrecht, Rotterdam, Gouda, Delft, Den Haag hebben
een eigen archief. Orienteer je eerst over de openingstijden en
vraag of dat wat je zoekt ook werkelijk in dat archief berust, dit
voorkomt een te vergeefse reis. Voor de Burgerlijke Stand bestaat
een index per 10 jaar , dit zijn de z.g. Tienjarentafels die een
alfabetische index zijn op de Burgerlijke Stand. Een ingang dus,
om de juiste akte te vinden. Door steeds de juiste akte te
raadplegen kun je zo, generatie voor generatie doorwerken. De
Burgerlijke Stand loopt over de periode 1811 tot nu (in sommige
streken vanaf 1795).
En
als je de Burgerlijke Stand hebt gehad kan je dan nog verder
komen?
Geen probleem, omdat vroeger
iedereen tot een kerkgenootschap behoorde en geldige huwelijken
altijd in de kerk werden gesloten. Vervolgens ga je nu zoeken in
de doop- trouw en begraafregisters van de diverse kerkelijke
gemeenten. Deze boeken zijn ook op de archieven te raadplegen. Aan
de hand van deze boeken kom je meestal terug tot ca 1600-1650.
Je
hoort tegenwoordig vaak dat je alles op internet kunt vinden, is
dat zo?
Nee, was dat maar waar. Internet is
niet meer dan een mooi hulpmiddel, een extra steuntje in de rug
maar zeker geen bron op zichzelf. Neem daarom niets klakkeloos van
internet over, maar controleer alles aan de hand van originele
archiefstukken. In internet gegevens, de goede daar gelaten zitten
vaak veel fouten. Bovendien staat er nog relatief weinig op
internet, de sites van de verschillende Archiefdiensten zijn wel
heel nuttig. Het internet heeft de wereld kleiner gemaakt,
je kunt nu on-line heel snel gegevens uitwisselen met personen
over de gehele wereld.
Wanneer
je ook dit gedaan hebt, ben je dan eindelijk klaar?
Nee, zeker niet. Eigenlijk heb
je alleen nog maar een geraamte voor verder onderzoek. Niets meer
dan dorre schema's die de mensen nog niet echt laten leven. Het is
leuk het verhaal achter je voorouders naar boven te krijgen. Waren
ze rijk of arm, crimineel of brave burgers, hoe hebben ze geleefd
en hoe kwamen ze aan de kost? Met een beetje inspanning kun je
soms een leuk beeld krijgen wie je voorouders echt waren.
Hierin
gaat dus heel veel tijd zitten?
Ja, dat is misschien wel zo. Maar
maak bij het samenstellen van je stamboom ook gebruik van wat
anderen al hebben gedaan. Meerdere mensen zijn of waren vaak al
bezig met dezelfde familie als die van u. Doe dus nadat je het
geraamte min of meer klaar hebt eens een degelijk
literatuuronderzoek. Genealogische literatuur is er enorm veel en
is meestal opgeslagen bij grote gespecialiseerde bibliotheken van
genealogische instellingen en verenigingen zoals de Nederlandse
Genealogische Vereniging en het Centraal Bureau voor Genealogie.
Kan
iedereen er zo maar naar binnen?
Niet helemaal. Je moet een
entreegeld betalen of lid worden van die vereniging om gebruik te
mogen maken van hun collecties. Het is zeker heel nuttig lid te
worden van een genealogische vereniging. Bijvoorbeeld de landelijk
operende Nederlandse Genealogische Vereniging. Je krijgt tien maal
per jaar hun blad (Gens Nostra) , je kunt makkelijker contact
zoeken met andere genealogen. Je kunt lezingen van de
afzonderlijke afdelingen bezoeken. Gebruik maken van hun
bibliotheek in Weesp op donderdag en zaterdag. Je bent op de
hoogte van het verschijnen van nieuwe boeken op het werkgebied,
zoals stambomen van diverse families. Je kunt vragen stellen,
ondersteuning krijgen bij computergebruik enz. enz.
Hoe
orden je je gegevens?
Ook hier is het niet
eenvoudig om dit in een paar zinnen uit te leggen. De computer is
een belangrijk hulpmiddel geworden en er zijn goede
computerprogramma's op het gebied van Stamboomonderzoek.
Natuurlijk staat het u vrij te presenteren zoals u dat wilt. Wilt
U echter dat ook anderen er hun voordeel mee kunnen doen dan zijn
er een aantal uniforme systemen.
Een paar voorbeelden: Er zijn mensen die alles verzamelen van een
bepaalde familienaam of familiegroep. Deze zijn het beste
met een genealogie. Voor anderen is dit niet nodig en gaan
rechtstreeks omhoog naar hun oudst bekende voorvader zonder zich
om de zijtakken te bekommeren. Hiertoe is de stamreeks het
beste. Het meest volledige beeld van iemands afstamming heb je bij
het samenstelling van een kwartierstaat. Deze staat gaat uit van
jezelf, je hebt 2 ouders, 4 grootouders, 8 overgrootouders en zo
verdubbeld bij elke generatie je aantal voorouders, dus 8, 16, 32,
64, 128 enz. Het leuke aan een kwartierstaat is dat je alle
voorouders verzameld waarmee je in directe lijn een
bloedverwantschap hebt. Je krijgt zo met honderden families te
maken. Stam je uit een eenvoudige boerenfamilie dan is het heel
goed mogelijk ook van families af te stammen met een geheel andere
sociale status. In de kwartierstaat is het in tegenstelling met
wat vaak het geval zal zijn met je eigen naam, mogelijk ver de
middeleeuwen in te duiken via bastaardij van adelijke geslachten.
Het is daarom niet zo bijzonder dat een 19e eeuwse boerenarbeider
een nazaat is van Karel de Grote.
Is
het waar dat voor de Napoleontische tijd er geen familienamen
bestonden?
Nee, dat is een veel gehoord
misverstand. Napoleon heeft er alleen voor gezorgd dat iedereen
een vaste familienaam ging gebruiken. Voor 1800 hadden de meeste
families zeker in onze streken al een familienaam. De schrijfwijze
stond echter nog niet vast zodat er vaak verschillende
schrijfwijzen door elkaar werden gebruikt.
Wat
is er nog meer te vinden buiten de nu gevonden gegevens?
Eigenlijk te veel om op te noemen.
In de 19e eeuw zijn vooral het Bevolkingsregister, de
Sucsessiememories van groot belang. Gedurende de 18e eeuw en
daarvoor vooral de Notariele archieven, de Rechterlijke archieven,
Poorterboeken e.d. Voor ca 1600 De Leenregisters, Cynsregisters,
Kohier van de 10e penning enz.
Hoe
ver terug in de tijd kan ik eigenlijk komen?
Moeilijk te zeggen. Over het
algemeen zal het onderzoek tot ca 1700 weinig moeilijkheden
opleveren. Daarna wordt het in de meeste gevallen, nog afgezien
van regionale verschillen, vaak lastiger. Nadat de
kerkboeken
stoppen ( in regel niet voor 1600)
kon je met veel families niet veel verder. Belangrijk in deze
periode is het feit of er sprake is van grondbezit, dit is in deze
periode een belangrijke factor om verder te kunnen komen. Zeker
binnen de kwartierstaat zullen er na een periode van gedegen
onderzoek mogelijkheden zijn tot in de Middeleeuwen en zelfs de
vroege middeleeuwen te komen. Als je internet moet geloven zijn
afstammingen tot Adam en andere soms legendarische personen
mogelijk. Wees voorzichtig in veruit de meeste gevallen moet je
deze afstammingen met een korrel, zo niet een zak zout nemen.
Zoals al eerder genoemd een afstamming tot Karel de Grote en soms
nog een aantal generaties daarvoor is zeker mogelijk. Deze materie
is echter zeer specialistisch en vraagt veel voorbereiding.
Zijn
er nog valkuilen op de weg naar de familiegeschiedenis?
Zeker, meer valkuilen dat geplaveide
wegen. Zorg altijd voor zoveel mogelijk aanvullend bewijs om te
controleren of je de goede conclusies hebt getrokken.
Voor
1700 zal het onderzoek moeilijker worden. Vooral zult U moeten
wennen aan het oud schift.
Computergebruik
je hoort er veel van, is dit ook al binnen de genealogie van
belang?
Ja, er bestaan heel veel goede
computerprogramma's. Het zijn eigenlijk grote
elektronische
kaartenbakken waarmee je desgewenst
uit de opgeslagen gegevens , een parenteel, genealogie, stamreeks,
verwantschapstabel of kwartierstaat kan uitdraaien. Computers
hebben veel voordelen, fouten zijn snel en gemakkelijk te
herstellen. Ook is veel belangrijke literatuur en tijdschriften op
dit gebied op CD-rom verschenen zodat veel werk thuis kan worden
gedaan.
Familiewapens
hoe zit dat?
Familiewapens spreken een hoop geïnteresseerden
in familiegeschiedenis erg aan. Het hele fenomeen wordt vaak enorm
opgeblazen met alle gevolgen van dien. Handige zakenlui hebben in
het verleden mensen familiewapens aangesmeerd die helemaal niets
met hun eigen familie te maken hadden. De waas van
geheimzinnigheid maakt het inzicht in de vrij eenvoudige materie
niet gemakkelijker. Het is zeker niet het privilege van de adel.
Het gebruik van familiewapens in Nederland is vrij. Veel niet
adellijke en zelfs vrij eenvoudige families hebben een
familiewapen. Let echter op de gelijke naam geeft nog geen recht
dit wapen te gebruiken. Er zijn misschien meerdere families van
dezelfde naam. Het gebruik van een familiewapen kan dat ook niet
worden losgemaakt van een gedegen genealogisch onderzoek.
Ik
denk dat ik het een hele leuke hobby is, maar ik heb weinig tijd
wat kan ik doen?
Geen tijd is natuurlijk geen
prioriteit. Tijd is maar hoe je hem wil besteden. Begin
bijvoorbeeld maar eens met het lezen van een handleiding over dit
onderwerp. en als je het uit hebt geef het aan een familielid die
aan de VUT of zijn pensioen toe is en misschien krijg te hem of
haar warm voor deze hobby. Natuurlijk is het ook mogelijk een
beroepsgenealoog in te schakelen maar bedenk wel dat tijd geld is
en dat het onderzoek dus vrij kostbaar kan worden.
Literatuur:
Roelof Vennik - Gids voor Stamboomonderzoek, Uitgeverij Donker,
Rotterdam 2005
ISBN 90.6100.567 I 223 blz.
TERUG
© 2004 De Oerknol
|