Ingang
concentratiekamptunnel
Überlingen
Als
locatie
werden
de
molasserotsen
van
Überlingen
gekozen.
Dit
zachte
gesteente
was
relatief
eenvoudig
te
bewerken
en bood
door
zijn
fysische
eigenschappen
de
optimale
bescherming
tegen
bommen
en
luchtaanvallen.
Het
bouwplan
kreeg de
fantasienaam
„Magnesiet“.
Deze
naam
moest
het doel
van de
werkzaamheden
zo veel
mogelijk
geheim
houden.
Als
werkkrachten
werden
gevangenen
uit het
concentratiekamp
van
Dachau
ingezet,
die in
de
herfst
van 1944
een
eigen
concentratiekamp
ten
noordwesten
van
Überlingen
bij het
dorpje
Aufkirch
moesten
bouwen.
In het
concentratiekamp
waren
gemiddeld
700-800
gevangenen,
die in 7
maanden
een
bijna 4
km lange
tunnel
in de
molasserotsen
aanlegden
door
middel
van
explosieven.
Het
afval
werd in
de
Bodensee
gestort,
hierop
werd
later de
camping
waarop
wij
verbleven
gebouwd.
Nog
voordat
het
tunnelcomplex
werd
voltooid,
bereikten
de
Franse
troepen
in april
1945 de
Bodensee.
Er kon
niet
meer met
de
productie
van
oorlogstuigen
en
wapenmateriaal
in het
complex
worden
begonnen.Ongeveer
180
gevangenen
overleefden
de
inspanningen
van het
werk
niet en
stierven.
97
werden
in 1946
op
initiatief
van de
Fransen
op het
concentratiekampkerkhof
bij
Birnau
bijgezet,
nadat ze
meer dan
een jaar
in een
massagraf
begraven
waren.
Een
groot
deel
daarvan
stamt
uit
Italië
en het
voormalige
Joegoslavië.
Hun
namen
zijn
gedeeltelijk
gekend.
De “Vereinigung
der
Verfolgten
des
Naziregimes”
en de “Bund
der
AntifaschistInnen”
VVN-BdA
Ravensburg
verzorgt
samen
met de
plaatselijke
vakbonden
sedert
decennia
de
herdenking
van de
mensen,
die in
deze
tunnel
moesten
werken
of hier
het
leven
hebben
gelaten.
Ieder
jaar
organiseert
de
VVN-BdA
op het
concentratiekampkerkhof
in
Birnau
bij
Überlingen
een
herdenkingsplechtigheid.
Al
jarenlang
nemen
regelmatig
ook
verzetstrijders
en
concentratiekampgevangenen
uit
Italië,
Slovenië
en
andere
landen
deel aan
de
herdenkingsplechtigheid.
Daardoor
zijn
internationale
vriendschapsrelaties
ontstaan,
maar ook
een
wederzijds
inzicht
in de
geschiedenis
en in de
omgang
ermee
vandaag.
Concentratiekampkerkhof
Birnau
VLUCHT
Door
de
mensonwaardige
omstandigheden
waarin
de
concentratiekamp-
gevangenen
in de
tunnel
werkten,
was de
gedachte
om te
vluchten
altijd
aanwezig.
Ondanks
de zeer
strenge
bewaking
werden
altijd
opnieuw
vluchtpogingen
ondernomen.
Van een
Russische
gevangene
wordt
verteld
dat hij
na een
mislukte
vluchtpoging
ter
afschrikking
d.w.z.
in
aanwezigheid
van de
medegevangenen
door
honden
werd
doodgebeten.
Slechts
twee
gevangenen,
de
Oostenrijker
Adam
Puntschart
en de
Oekraïner
Wassiliy
Sklarenko,
slaagden
erin om
in de
nacht
van 21
op 22
maart
1945
naar
Zwitserland
te
vluchten.
Op hun
vlucht
namen ze
met
niemand
contact
op. Ze
meden
straten
uit
vrees te
worden
ontdekt.
Ze
sliepen
in het
bos en
aten
uitgedroogde
appels,
die van
de
vorige
herfst
nog
onder de
bomen
lagen.
Aangezien
ze geen
kaart
hadden
van de
omgeving,
moesten
ze zich
oriënteren
op de
sterren
en de
bomen,
die aan
de
noordzijde
meer
begroeid
zijn met
mos. Na
vijf
dagen en
nachten
bereikten
ze ten
slotte
compleet
uitgeput
en
uitgehongerd
de
Zwitserse
grens
bij
Schaffhausen.
Men gaf
hen te
eten en
te
drinken
en ze
kregen
nieuwe
kleding.
Puntschart
moest
worden
opgenomen
in een
hospitaal,
om te
herstellen
van zijn
longontsteking.

Sklarenko
kwam
terecht
in een
doorgangskamp,
waar
drie
weken
later
ook
Puntschart
werd
ondergebracht.
Na nog
eens
drie
dagen
scheidden
hun
wegen.
Puntschart
verbleef
na het
einde
van de
oorlog
eerst
een
tijdje
bij
inwoners
van
Überlingen,
die hem
hebben
geholpen.
Sklarenko
liet
zich
door de
ook in
Zwitserland
opduikende
Sovjet-Russische
repatriëringsofficieren
niet
overhalen
om terug
te keren
naar
Oekraïne,
maar
zocht op
eigen
houtje
een
eenheid
van het
Rode
Leger op
in de
Sovjet-Russische
bezettingszone,
waar hij
nog twee
jaar
militaire
dienst
doorliep
en dus
niet als
bevrijde
gevangene,
niet als
„Displaced
Person“
en niet
als
collaborateur
naar
zijn
geboortestreek
in
Oekraïne
terugkeerde,
maar als
reservist
van het
Rode
Leger.
Adam
Puntschart
keerde
eind
1945
terug
naar
zijn
geboortestad
Graz,
waar hij
in 1988
op
74-jarige
leeftijd
overleed.
Wassiliy
Sklarenko
woonde
sedert
1947 in
een
Oekraïens
dorp bij
Kiev.
Hij
stierf
in 2002.
www.stollen-ueberlingen.de
Kijk hier voor
nog meer
foto's