Herinneringen van mijn vader, Thomas Knol

Van Truus Knol kreeg ik onlangs een tweetal bladzijden uit het boek van haar vader Thomas Knol 7 . Hieronder het verslag van deze beide pagina's.


  Thomas Knol

De vakanties in Dalen

Zoals reeds vermeld, ging ik in de grote vakanties, vaak naar oom Albert 1 en tante Sine 2 in Dalen. Mijn zus Engeltje kwam daar ook vaak. We zijn er ook wel eens samen geweest. Dat was altijd een hele belevenis. Oom Albert en tante Sine waren conciërge van de school en van het gemeentehuis. Het was een grote school, vast wel zeven lokalen Vlakbij, heel centraal, was er het gemeentehuis, een heel mooi gebouw. Het was niet groot, maar heel fraai, met een mooie tuin er om heen met o a veel fruitbomen. Langs de straat stonden kleine pilaren, gemetseld, met dikke kettingen er tussen alles wit gepleisterd

Het huis stond destijds op het schoolplein. Later is het afgebrand 3 en is het vervangen door een normale, maar ook een heel mooie woning. Je kwam binnen door een dubbele deur in een brede gang, zo breed dat er ook de brand-weerwagen was gestationeerd. Het was een grote wagen, die door een paard moest worden getrokken, voorzien van een dissel. De pompen moesten met de hand worden bediend. Het was ook om te zien, een echte brandweerwagen, met veel rood er op en er aan. Zeer indrukwekkend.


Dalen Gemeentehuis

Je kwam via die gang in een reusachtige keuken. Ik schat de grootte wel op zo’n tien bij tien meter. De vloer was belegd met rode tegels. Aan een kant waren er ramen. Er stond aan de kant tegenover de ramen een groot fornuis. Door de afstand was het er altijd een beetje donker. Het was een prachtige keuken, een grote tafel met stoelen, een keukenkast, de keuken was kortom van alles voorzien en dan nog was er een zee van ruimte.

Wat eigenlijk als de voorkamer bedoeld was, was ingericht als de voorraadkamer van de school. Er stonden kasten met boeken, schriften, pennen en inkt, borstels voor de schoolborden, enz. enz. Op regenachtige dagen kon je je er kostelijk vermaken. Je moest het natuurlijk wel netjes houden.

Dan waren er een paar normale slaapkamers. Zoals overal destijds moest je je in een teiltje‘s morgens in de keuken wassen. In de keuken was een mooie koperen pomp.

Dalen was een heel mooi dorp. Het centrum, waar dus de school, het huis en het gemeentehuis bij behoorden, overtrof nog alles. Er waren veel hoge bomen met prachtige kruinen. Tegenover de school stond een boerderij met uiteraard een heel brede oprit naar de stallen. Daarnaast waren er een paar huizen voor het onderwijzend personeel. Daar woonde ook de hoofdmeester, waar ik wel contact mee had. Naast het huis met de school was er een kuiperij. Daar werden vaten gemaakt voor de melkfabriek, die ook boter fabriceerde. De kuiperij was in vol bedrijf. Achter de school stond een mooie molen, ook in vol bedrijf.

                     
        Molen de Bente omstreeks 1933

De sfeer was erg dorps. Ik speelde met de jongens van de eigenaar van de kuiperij. We gingen samen naar de molen. Je mocht overal komen, als je maar niemand in de weg liep. Achter de molen begon het bouwland. Met de jongens van de kuiperij gingen wel eens, gewapend met pijl en boog, op de hazen en konijnenjacht. We hebben toen zelfs nooit een haas of konijn gezien, laat staan geschoten. Kortom het was voor ons een eldorado. Oom Albert en tante Sina hadden geen kinderen, we werden behoorlijk verwend. Op alle boterhammen mocht ik jam of bruine suiker gebruiken. Een boterham met ‘niks’ zoals thuis. hoefde er niet.

 

De school kreeg in de vakantie een grote schoonmaakbeurt. Door de school en de lokalen mogen dwalen was een belevenis. Dat gold ook voor het gemeentehuis. In de mooie tuin met lekkere peren ben ik eens door een wesp in mijn oor gestoken. In de tuin was een wespennest. Zelfs in dit paradijsje dreigde onheil. Maar het mocht de pret niet bederven.


Oom Albert en tante Sine

Oom Albert was ook lid van de fanfare. Hij sloeg de grote trom. Ik mocht de repetities in een schoollokaal bijwonen. Oom Albert sloeg een keer op een totaal verkeerd moment twee harde slagen op de trom. Het werd na heel veel geschal opeens doodstil. De dirigent bleef heel kalm. Oom Albert kreeg wat aanwijzingen en even later begon het "geschal" weer. Ik was met het enige publiek. Er was ook nog een joodje David geheten. Hij had in Dalen een handeltje in van alles en nog wat. Dat kwam in die tijd meer voor. Van hem kreeg ik dan een reep noga, een nogablok.

‘s Zondags, voor op de fiets bij oom Albert, gingen we soms naar het voetballen. Na afloop van het voetballen gingen we in het dorpscafé. Oom Albert nam zijn borreltje en ik kreeg limonade. Dat heb ik thuis nooit verteld, want dat was streng verboden. Onderweg groette iedereen oom Albert. Even de hand opsteken "ha Ab". Ook de kinderen deden dat. Als conciërge van de school kende iedereen hem.

Ik had ook contact met de hoofdonderwijzer. Hij vroeg me eens een opstel te maken in het Duits en met Duitse letters. Ik heb toen weer dat opstel over de kerk als vriend van de mensen, voor hem gemaakt. Ik oogstte veel lof.

Hoe het allemaal in zijn werk ging, weet ik niet meer, maar ik heb in die tijd ook vaak contact gehad met de andere familie. We kwamen in Coevorden bij tante Aukje en oom Jan Harm Klifman in de Kerkstraat. Daar maakten we kennis met de stad. Ik hield meer van het platteland, maar het was wel heel nieuw en boeiend. We werden heel hartelijk ontvangen. Tante Aukje was erg vrolijk. Ze hield van een grapje.

Bij oom Jan 4 en tante Jantien kwam ik regelmatig. Ze woonden in Dalen, wat achteraf. Soms ging ik met hun kinderen, mijn neven en nichten dus, eikels rapen voor de varkens. Er waren in het boomrijke Dalen ook heel wat eikenbomen. Bij ome Koob (een oud-oom) sluiswachter van een sluis in het Stieltjeskanaal ben ik ook wel geweest. Het was een heel fris gezin. We aten samen uit dc koekepan gebakken aardappelen. Bij oom Fokke in Erica (oud-oom) een bakker, met steevast het grapje, dat je welkom was, maar dat je de volgende keer wel je eigen brood moest meenemen. Ik ben wel met Harm (zoon) mee geweest brood bezorgen met een bakfiets. Harm had veel lol met de meisjes. Bij Jan-oom (oud-oom) koster van de gereformeerde kerk in Klazinaveen. Wonderlijk hoe eigen je was met al die familie, ooms, tantes, neven en nichten. Bij oom Hilbert 5 in Oosterhesselen, een vrij en vrijzinnig gezin. Ik ging met de jongens op mollenjacht. Daar voelde ik me niet echt thuis. Flinke kinderen.

We kwamen ook bij oom Rieks en tante Jantie 6 in Hoogeveen. Daar was het altijd erg leuk met Berend, Klaasje en Martha. Ik ging met oom Rieks naar de markt. Hij wees me er op, hoe een bananen verkoper zijn publiek er tussen nam, door opeens de prijs van een tros bananen flink te verlagen, maar met een handige beweging heel veel bananen van de tros afwipte. Dat vond oom Rieks geweldig.

1Albert Knol geboren op zaterdag 17 november 1894 in Coevorden, overleden op vrijdag 26 juli 1963 in Heerlen, 68 jaar en 251 dagen oud, zoon van Berend Knol (VII-a) en Margje Kok.

2 Gezina Brink, geboren op  zondag 6 december 1896 in Dalen, overleden op dinsdag 16 november 1943 aldaar, 46 jaar en 345 dagen oud, dochter van  Albert Brink en Aaltien Ramaker.

3       Het gemeentehuis aan het Schoolplein heeft tot 1923 als zodanig dienst gedaan en was later in gebruik als opslagplaats van o.a. de brandspuit. Aan de achterkant van het gemeentehuis woonde de conciërge van het gemeentehuis en school. De gebouwen werden in het najaar van 1933 door brand vernield. Zij werden toen bewoond door conciërge A. Knol en W. Plas die er tevens een maalderij in had.
Bron: 
www.europese-bibliotheek.nl

4     Jan Berend Knol, geboren op maandag 12 december 1892 in Coevorden, overleden op woensdag 24 juni 1964 aldaar, 71 jaar en 195 dagen oud. Jan is getrouwd op vrijdag 9 mei 1919 in Dalen, op 26-jarige leeftijd met Jantje Hendriks Keizer (27 jaar oud), geboren op vrijdag 19 juni 1891 in Zuidwolde.

5    Hilbert Berends Knol, geboren op woensdag 23 mei 1892 in Coevoerden, overleden op 9 november 1955 in Zuidlaren, 67 jaar en 170 dagen oud. Hilbert is getrouwd op zaterdag 2 mei 1914 in Dalen, op 25 jarige leeftijd met Geesje Hendriks Meppelink (20 jaar oud), geboren op woensdag 28 maart 1894 in Dalen.

6  Jantje Knol, geboren op zaterdag 5 februari 1887 in Coevorden, overleden op dinsdag 31 juli 1973 in Hoogeveen, 86 jaar en 176 dagen oud. Jantje is getrouwd op vrijdag 14 mei 1909 in Dalen, op 22-jarige leeftijd met Hendrikus Koers (ome Rieks) (23 jaar oud), geboren op dinsdag 4 mei 1886 in Ambt Hardenberg, overleden op vrijdag 26 januari 1968 in Hoogeveen, 81 jaar en 267 dagen oud.

7     Thomas Hendrik Berends Knol, geboren op zaterdag 19 juli 1919 in Gramsbergen, overleden op zondag
1 februari 2005 in Harderwijk, 85 jaar en 198 dagen oud. Thomas is getrouwd met Wilhelmina Frederika Marin
de Ronde geboren op zondag 28 december 1919 in Eijsden.
   
 

TERUG   

  

   © 2004 De Oerknol